Het begin van de puberteit vindt plaats in de hersenen. Daar wordt namelijk de hormoonafgifte in gang gezet. Dit zorgt voor ingrijpende veranderingen in de hormoonspiegels van de geslachtshormonen. Vanaf dat moment begint je lichaam te veranderen, krijg je meer haargroei en nemen lengte en gewicht toe.

Ook bepaald ‘pubergedrag’ houdt verband met de hersenontwikkeling. Dat blijkt steeds vaker uit onderzoek. Veel jongeren kunnen bijvoorbeeld nog niet zo goed rationele en weloverwogen beslissingen nemen. Dat kan dus komen doordat het deel van je hersenen waarmee je kunt plannen en redeneren, nog niet volledig ontwikkeld is.

In de puberteit ontwikkelen sommige delen van de hersenen zich sneller dan andere delen. Het is goed mogelijk dat je daardoor af en toe een dwarse bui hebt; de groei van de hersenen is in deze periode niet helemaal in balans. Maar er zijn meer factoren die het gedrag beïnvloeden: ook aanleg en de wisselwerking met de omgeving spelen hierin een rol.